Klik op het logo voor hulp op afstand
  
 
 
 
 
 
 
 




Protocol MURAT NR24X (3.37 P4, P5, 3.38 P4 - 3418)


Protocol voor machinecenter MURAT NR24X.
 
Setup dialoog
 
In de setup dialoog van de machinesturing zijn volgende parameters instelbaar gemaakt en voorzien van standaard waarden:
 
Parameters:
 
keuze aparte output folder
mogelijkheid RUNTAG override
invoerrichting profielen (links/rechts)
sortering lengte profielen (dalend/stijgend) 
afdeling filter te verwerken profielen
script voor barcode generatie
 
 
Options:
 
controle samenvallende bewerkingen
inclusief profielen zonder bewerkingen 
macro conversie  toepassen
macro controle toepassen
profiel conversie toepassen
methode zagen dubbel verstek
barcode generatie voor alle profielen
schets genereren (ja/neen)
        schets locatie (identiek aan machine bestand indien leeg) vanaf versie 3.38 P4
schets afmetingen
schets details (profiel in raam markeren)
schets in kleur tonen
 
 
JOPPS.INI
 
Instelling mogelijk via extra sectie [NR24X] in JOPPS.INI zijn:

        [NR24X]

  Supplier=         alternatieve leverancierscode
  FileExtension=csv standaard bestandsextensie

  FileDelimiter=# karakter om velden te scheiden in query

  HeadDelimiter=; karakter om velden te scheiden in header

        DataDelimiter=;      karakter om gegevens velden te scheiden vanaf versie 3.38 P4
  DumpTo= bestandsnaam om query resultaat te dumpen

  PosSymbols=*,-,|,\/,/\,<,> lijst met positie symbolen

  schuin = *
  horizontaal = -
  verticaal = |
  onder = \/
  boven = /\
  links = <
  rechts = >
  FieldInfo1= personalisatie ‘info’ informatie
  FieldInfo2= personalisatie ‘pos’ informatie
  FieldInfo3= personalisatie ‘prono ‘informatie
  FieldInfo4= personalisatie ‘offno’ informatie
  FieldInfo5= personalisatie ‘agent’ informatie
  FieldInfo6= personalisatie ‘customer’ informatie
  FieldInfo7= personalisatie ‘mainprofile’ informatie
  FieldInfo8= personalisatie ‘subcust’ informatie
FieldInfo9= personalisatie ‘data1’ informatie
        FieldInfoA=              personalisatie ‘data2’ informatie vanaf versie 3.38 P4
        FieldInfoB=              personalisatie ‘data3’ informatie vanaf versie 3.38 P4

Onderstaande parameters kunnen gebruikt worden om de extra informatie velden in te vullen via FieldInfo1..9 en FieldInfoA..B in de sectie [NR24X] van JOPPS.INI:
 
%JOB% (job)
%TOKEN% (token)
%BATCH% (batch)
%CUSTOMER% (klant)
%CUSTOMERDESC% (klant naam)
%PROJECT% (project)
%PROJECTDESC% (project omschrijving)
%ASSEMBLY% (groep)
%ASSEMBLYDESC% (groep omschrijving)
%FRAME% (kader deel)
%VENT% (kader opening)
%VENTPART% (vleugel deel)
%PROFILE% (profiel)
%SYSTEM% (reeks)
%PRODUCT%  (product code)
%PROFILEDESC% (profiel naam)
%FINISH% (kleur)
%FINISHDESC% (kleur naam)
%STEELCODE% (versterking code)
%STEELDESC% (versterking omschrijving)
%STEELLENGTH% (versterking lengte)
%CARRIER% (kar)
%CABIN% (vak)
%RACK% (kar/vak)
%RUNTAG% (runtag hexadecimaal)
%RUNTAGDEC% (runtag decimaal)
%PROFILENO% (profiel nummer constructief)
%FRAMENO% (kader nummer)
%PIECENO% (profiel nummer globaal)
%POSITION% (profiel positie)
%LENGTH% (zaaglengte)
%ANGLEB% (zaaghoek begin)
%ANGLEE% (zaaghoek einde)
%BARCODE% (barcode)
%GLYPHREF% (afbeelding locatie)
 
Barcode
 
In het barcode veld kan d.m.v. scripting door de gebruiker een gepersonaliseerde barcode worden samengesteld.
 
Standaard wordt volgende  barcode voorzien:
 
_RUNTAG runtag hexadecimaal (4 karakters) 
CUTCNT doorlopend profiel nummer (4 cijfers)
 
De script editor voor de barcode te genereren kent volgende parameters:
 
CUTCNT profiel nummer (allemaal)
BATCHREF kader nummer
BATCHCNT profiel nummer (constructief)
LINECNT lijnnummer
TOKEN project token
BATCH batch code
PROJECT project code
BARCODE huidige barcode
_RUNTAG runtag hexadecimaal
_RUNTAGD runtag decimaal
 
McMAN
 
De tab “Routines” laat de gebruiker toe om voor elke bewerking door JoPPS gegenereerd de respectievelijke macro’s voor de machine te genereren volgens de afgesproken syntax:
 
 
 
De tab “Machine macro’s” laat de gebruiker toe om voor elke marco op te geven op welke profielen deze kan gebruikt worden:
 
 
 
De tab “Profielen” laat de gebruiker toe om eventueel per profiel te specifieren hoe het gekend is op de machine:
 
 
 Omdraaien          profiel normaal/omgekeerd op machine verwerken (dit gedrag grijpt in op het algemeen gedrag)
 Compl.hoek         complementaire zaaghoeken doorgeven (90° wordt 0°)
 Dubbel verstek hoek         hoek corrigeren voor dubbel verstek (enkel indien ‘Include tip...’ optie is gedeactiveerd)
 Cor. lengte dubbel verstek lengte corrigeren voor dubbel verstek  (enkel indien ‘Include tip…’ optie is gedeactiveerd)
 
De tab “Macro converties” laat de gebruiker toe om de standaard gegenereerde macro om te zetten naar de macro specificatie gekend op de machine:
 
 
 
De bewerkingen in de “JoPPS MC Manager” worden gedefinieerd aan de hand van een aantal methodes en/of parameters.
 
De beschikbare methodes:
 
Tool.Apply()  deze methode zal onderstaande vooraf gedefinieerde parameters toepassen 
 
Tool.Name code van de bewerking
Tool.X X coordinaat bewerking
Tool.Length lengte van de bewerking (!)
 
Tool.Define(sName,nXpos,nLength) deze methode stelt de opgegeven parameters in
Tool.Perform(sName,nXpos,nLength) deze methode stelt de opgegeven parameters in en past ze onmiddellijk toe
 
(!) niet voor alle bewerking types noodzakelijk, maar b.v. voor een slot is de lengte wel nodig.

 

 




 |  History  |
 
 

 
 
 
TECHWIN SOFTWARE
De Regenboog 11
B-2800 Mechelen
T +32(0)15 44 64 64
T +31(0)30 899 32 15 Nederland