Klik op het logo voor hulp op afstand
  
 
 
 
 
 
 




Werken in de Editor


In de Editor tab kan u modellen wijzigen, aanpassen en verder definiëren, de samenstelling van een model controleren etc. Dit vraagt echter een aantal handelingen eigen aan het editeer concept van JoPPS:

         1. Wat wil ik doen (de gepaste editorfunctie kiezen)
         2. Waar wil ik het doen (model/vleugel of onderdeel selecteren)
         3. Hoe wil ik het doen (eigenschappen wijzigen/invoeren)

  

  • Selecteer de ingang (T-stijlen, profielen, vullingen,...) die betrekking heeft op de uit te voeren wijziging. Alle functies (iconen) die logischer wijze tot de geselecteerde ingang behoren verschijnen op het scherm. Klik het gewenste icoon. Ons voorbeeld: ingang ‘T-stijlen’, icoon ‘Horizontale stijlen toevoegen’.
    • Noteer: Een aantal standaard layouts met ingangen (paletten) en hun bijhorende functies zijn samengesteld door de leverancier. U kan indien gewenst uw eigen ingangen maken en zelf kiezen welke functies bij elke ingang horen, afgestemd op uw manier van werken.
      Hoe u dit doet is gedetailleerd beschreven in het hoofdstuk ‘Editor: paletten en functies definiëren en wijzigen’.
    • Al deze ingangen en hun bijhorende functies kunnen eveneens geselecteerd worden via het hoofdmenu ‘Bewerken’
  • Selecteer het te wijzigen deel, opening, element door het aan te klikken in de tekening: De gekozen functie bepaalt welke items selecteerbaar of niet selecteerbaar zijn. Alle items die relevant zijn voor de gekozen functie zijn selecteerbaar in de tekening:
    • de uitgetekende elementen kunnen gewoon aangeklikt worden
    • de niet uitgetekende elementen (bv. beslag, bepaalde afwerkingen, add-on profielen etc.) en de verborgen elementen / onderdelen zijn selecteerbaar via hun hints
  • U heeft het element / onderdeel dat u wenst te bekijken / te wijzigen geselecteerd in de tekening (rechtstreeks of via zijn hint), de overeenkomstige informatie verschijnt links op het scherm:
Ons voorbeeld: we hebben de opening geselecteerd waarin de stijl moet komen, alle informatie die nodig is om de stijl toe te voegen staat links op het scherm

  • Bovenaan dit scherm is er een selectiebox, waarin het in de tekening geselecteerde element zichtbaar is. Indien gewenst kan u deze box openen om een ander element te selecteren.
  • De informatie betreffende het geselecteerde element is logisch gegroepeerd (type, schets, kleurinformatie, prijsinformatie, doorsnede informatie etc). Via klik met de rechtermuistoets op de header van deze informatiebox kan u bepaalde informatie tonen of verbergen.
     u kan indien gewenst voor elke functie zelf bepalen welke informatie standaard al dan niet getoond wordt. Hoe u dit doet is gedetailleerd beschreven in het hoofdstuk ‘Editor: paletten en functies definiëren en wijzigen’.
     

     

De Editor visualisatiewerkbalk

 
 
 
  •  Vleugels tonen of verbergen: Om in de Editor tekening het volledige model (kader + vleugel) of enkel de kader te tonen.

  •  Instellen welke lagen er zichtbaar zijn: Om in de Editor tekening vullingen en bepaalde types profielen zichtbaar of onzichtbaar te maken. Bij het klikken van dit icoon verschijnt het scherm ‘Wijzigen Layers’

     
    • Vullingen: glas, panelen, planchetten worden al dan niet uitgetekend
    • Constructieve: kaderprofielen, vleugelprofielen, stijlen en posten worden al dan niet uitgetekend
    • Algemene: A-profielen worden al dan niet uitgetekend
    • Interne: I-profielen worden al dan niet uitgetekend
    • Speciale: koppelprofielen, onderdorpels, makelaars, krukprofielen etc. worden al dan niet uitgetekend
    • Laag 1 / Laag 2 / Laag 3 / Laag 4 / Laag 5: Is voornamelijk bedoeld voor gevels, waarbij de verschillende lagen waaruit de gevel is opgebouwd afzonderlijk kunnen gevisualiseerd worden, waarbij laag 1 het basisprofiel is van de gevel, laag 2 het tweede profiel, laag 3 het derde profiel, laag 4 het vierde profiel en laag 5 de modellen die in de gevel gedefinieerd zijn.
    • Indien gewenst kan u de visualisatie per laag echter ook gebruiken voor ‘gewone’ ramen en deuren. Voor elk constructief profiel en voor elke vulling kan u in het veld ‘Laag’ bepalen tot welke laag het profiel / de vulling in kwestie behoort.
  •  Zoom / Pan en centreren / vergroten / verkleinen van de tekening: Om bepaalde details in de tekening extra te kunnen controleren, kan u via de zoom / pan functie het betreffende detail van de tekening sterk uitvergroten:

    • Klik ‘Zoom/pan
    • Duidt het uit te vergroten detail in de tekening aan via klik en sleep met de muis, de voor de tekening voorziene ruimte wordt volledig opgevuld door het uitvergrote detail:

 

Om terug te keren naar de normale schetsgrootte klikt u het icoon ‘Toon de volledige schets’, rechts van de zoom/pan functie

  •  Constructielijst: De constructielijst geeft u een overzicht van alle elementen/onderdelen waaruit het model is opgebouwd. Via klik op het icoon ‘Alles tonen of enkel volgens functie’ links bovenaan worden ofwel alle elementen en onderdelen van het model in kwestie getoond of enkel diegene die gerelateerd zijn aan en relevant zijn voor de functie die op dat moment actief is.

Voorbeeld: functie ‘Onderdorpel, koppel-, verbredings-, verhogingsprofiel wijzigen’ is actief bij het openen van de constructielijst met optie ‘Enkel tonen volgens functie’:

 

De constructielijst geeft u een overzicht van alle elementen/onderdelen waarvoor onderdorpels etc kunnen gedefinieerd worden en de gedefinieerde onderdorpels, koppelprofielen,... U kan de gedefinieerde onderdorpels, koppelprofielen etc in de constructielijst selecteren om het te bekijken of te wijzigen indien gewenst.

Opmerking: De samenstelling van een bepaald model kan ook bekeken / gecontroleerd worden in de tab Groep detail op projectniveau.

  •  Navigatieknoppen: Klik deze navigatietoetsen om naar de eerste, vorige, volgende of laatste groep van het project te gaan.

     

 

 




 |  History  |
 
 

 
 
 
TECHWIN SOFTWARE
De Regenboog 11
B-2800 Mechelen
T +32(0)15 44 64 64
T +31(0)30 899 32 15 Nederland